C7AP0PV1 - 206
MONTEREN AUTOTELEFOON GSM
1 - PRESENTATIE
(1) GSM antenne .
(2) Centrale eenheid 8 W (Volgens uitvoering) .
(3) Luidspreker .
(4) Centrale eenheid 2 W (Volgens uitvoering) .
(5) Telefoonhouder .
(6) Telefoonconsole .
(7) Microfoon .
1 - 1 - AUTOTELEFOON 8 W, OND. NR. 9707.X1
omschrijving | merkteken |
---|---|
GSM antenne | 1 |
centrale eenheid 8 W | 2 |
luidspreker | 3 |
telefoonhouder | 5 |
microfoon | 7 |
aansluitkast en kabels | 8 |
verlengkabel telefoon | 9 |
instrumentenpaneel | 10 |
+ permanent (rood) | 11 |
+ na contact (groen) | 12 |
massa (zwart) | 13 |
MUTE-functie autoradio (geel/zwart) | 14 |
1 - 2 - AUTOTELEFOON 2 W
omschrijving | merkteken |
---|---|
GSM antenne | 1 |
luidspreker | 3 |
centrale eenheid 2 W | 4 |
telefoonhouder | 5 |
microfoon | 7 |
aansluitkabel telefoon | 9a |
telefoon | 10a |
+ permanent | 11 |
+ na contact | 12 |
massa | 13 |
MUTE-functie autoradio | 14 |
2 - INBOUWEN : (1) ANTENNE
2 - 1 - DAKANTENNE
Verwijder gedeeltelijk het afdichtrubber van de bagageruimte (15) aan de bovenzijde .
Kenmerk - 5 portieren :
Verwijder :
N.B. : de hemelbekleding moet, om beschadiging te voorkomen, voorzichtig worden behandeld .
Laat de hemelbekleding (19) zakken zonder deze te knikken en houd hem omlaag m.b.v. twee blokken (20) .
Markeer het gat, evenwijdig aan de lengte-as van het dak, en boor het met een boor van 14 mm; neem hierbij de afstand (a) van 60 mm t.o.v. de rand van het dak in acht .
Bescherm het gat met een anti-corrosiemiddel .
LET OP : reinig het plaatwerk aan de binnenzijde van het dak rond het gat .
Bescherm het blank gemaakte plaatwerk met elektrisch geleidende pasta van het type PA C15 (Ond. nr. 9734.08) .
Bevestig de antenne en let hierbij op dat het dak niet wordt vervormd; leg de kabel naar rechts .
Voer de antennekabel onder de hemelbekleding door tot aan de voorste bekleding van de wielkast, rechtsachter (21) .
Kenmerk - Montage 2 W (22) :
2 - 2 - BUMPERANTENNE
Voor wagens uitgerust met een elektrisch bediend schuifdak en een panoramadak .
Open de achterklep .
Verwijder :
Bouw de achterbumper uit .
Plak de sensoren (26) van de antenne tegen de binnenzijde van de bumper vast m.b.v. het onderstaande product :
De sensoren moeten zich tegen de zijkanten van de bumper bevinden .
Bevestig de kabel met de meegeleverde zelfklevende klemmen op de bumper en maak een lus tussen de antennesensoren met het teveel aan kabel .
Verwijder de bekleding in de kofferruimte (rechterzijde) .
Verwijder het luchtuitstroomrooster (27) (rechterzijde) .
Boor een gat met een diameter van 14 mm aan de onderzijde .
Breng het luchtuitstroomrooster aan .
Monteer de bumper weer .
Controleer de werking van de verlichting .
Leg de antennekabel (28) in het luchtuitstroomrooster tot aan de voorste bekleding van de wielkast, rechtsachter (29) .
Breng de meegeleverde kabeldoorvoer op de antennekabel aan en druk erop om hem in het gat aan te brengen (gebruik zeepsop om het aanbrengen te vergemakkelijken) .
Controleer of het doorvoerrubber correct is gemonteerd, in verband met een perfecte afdichting .
Kenmerk-Montage : 2W (30) .
Gebruik een verlengkabel voor de bumperantenne :
Leg de antennekabel in de binnenste kokerbalk, rechts, langs de oorspronkelijke draadbundel, tot aan het dashboardkastje .
3 - INBOUWEN : AUTOTELEFOON
3 - 1 - AUTOTELEFOON 8 W (2) - (5) (OND. NR. 9707.X1)
Maak de accukabel los .
Teken een gat af op de verhoging (31) in het midden van de wielkuip, rechtsachter, en boor dit; houd de maat (b) van 60 aan voor het bevestigen van de centrale eenheid .
LET OP : bescherm het blanke plaatwerk met een anticorrosiemiddel .
Sluit de aansluitkast (8) op de centrale eenheid (2) aan .
Verbind de massadraad (zwart) (13) m.b.v. een rond stekkercontact, diameter 8 mm, met het massa-oog (32) m.b.v. een bout ond.nr. 6924.88 .
Verwijder de zijbekleding uit de bagageruimte en teken de gaten af die eerder geboord zijn .
Bevestig de centrale eenheid (2) .
Leg de draad + permanent (rood) (11) onder de zijbekleding van de bagageruimte naar de achterzijde van de wagen .
Aan de binnenzijde van de wielkuip (Rechtsachter) :
Verwijder de bekleding aan de zijkant in de bagageruimte (Links) .
Leg de draad + permanent (rood) (11) onder de oorspronkelijke buis (33), tot aan de 2-polige bruine stekker (34) van de bagageruimteverlichting .
Sluit draad (11) (rood) m.b.v. een Raychem bus aan op draad nr. BH15 in aansluiting 1 van de bagageruimteverlichting .
Verwijder gedeeltelijk de portierrubbers (rechterzijde) .
Maak het tapijt gedeeltelijk los .
Leg de volgende draden in de binnenste kokerbalk, rechts, langs de oorspronkelijke draadbundels :
Verwijder de afdekklep (35) .
Verwijder de bouten (36) van de zekeringkast in het interieur (37) .
Verwijder de zekeringkast in het interieur (37) .
Maak de dubbele vergrendeling (38) van de zekeringhouder in het interieur los (37) .
Sluit de draad + APC (groen) (12) m.b.v. een contact ond.nr. 6542.FR aan op aansluiting B5 van de zekeringkast in het interieur .
Klem de dubbele vergrendeling (38) vast .
Breng de zekering 10 A in vak 5 aan .
3 - 2 - AUTOTELEFOON 2 W (4) - (5)
Maak de accukabel los .
Bevestig de centrale eenheid (4) van de hands-free set aan de linkerzijde van het dashboardkastje (Aan de zijde van de verlichting ; Afhankelijk van de uitvoering) .
Sluit de aansluitkabel van de telefoon (9a) op de centrale eenheid (4) aan .
Leg de draad (draden) :
Verwijder gedeeltelijk het voorportierrubber aan de onderzijde (39) .
Maak het tapijt gedeeltelijk los (40) .
Verbind de massadraad (13) m.b.v. een rond contact met een diameter van 8 mm op het massa-oog (41) MC22 .
Verwijder de afdekklep (35) .
Verwijder de bouten (36) van de zekeringkast in het interieur (37) .
Verwijder de zekeringkast in het interieur (37) .
Maak de dubbele vergrendeling (38) van de zekeringkast in het interieur (37) los die overeenkomt met de zekeringen 5 en 10 .
Sluit aan :
Zet de dubbele vergrendelingen vast (38) .
Breng een zekering van 5 A in vak 5 en van 10 A in vak 10 aan .
4 - INBOUWEN : MICROFOON (7)
Verwijder de bekleding van de linker voorstijl .
Breng de draad van de microfoon (7) aan :
Kenmerk - Autotelefoon 2 W :
Kenmerk - Autotelefoon 8 W :
5 - INBOUWEN : LUIDSPREKER (3)
Bevestig de luidspreker via het interieur (3) onder het dashboardkastje .
Kenmerk - Autotelefoon 2 W :
Kenmerk - Autotelefoon 8 W :
6 - AANSLUITING MUTE AUDIO (14) (VOLGENS UITVOERING)
Verwijder de radio .
Sluit de draad Mute audio (14) m.b.v. een contact ond.nr. 6542.T9 aan op aansluiting nr. 1 van de 8-polige zwarte stekker (42) van de autoradio .
7 - INBOUWEN : CONSOLE VOOR AUTOTELEFOON (6)
Verwijder :
Leg de aansluitkabel van de telefoon (9)-(9a) in de kromming (47) van de console (6) en bevestig hem m.b.v tape .
Bevestig de voorzijde van de console (6) m.b.v. de 2 bouten (48) van het bedieningspaneel van de ventilatie/verwarming (49) .
Maak m.b.v. een kleine vijl twee kleine inkepingen in de onderste rand (50) van het middenpaneel (46), tegenover de bevestigingen van de telefoonconsole (6) .
Breng de meegeleverde klem (51) tussen het dashboard (52) en de spleet van de console (6) aan, om het achterste gedeelte op zijn plaats te houden .
7 - 1 - KENMERK - AUTOTELEFOON 8 W
Breng de houder (5) aan de bovenzijde van de steun (6) aan .
Markeer de bevestigingsgaten .
Boor de gaten voor (metalen steun binnenin de console) .
Bevestig de houder .
Bevestig de verlengkabel van de telefoon op de console .
Bevestig de telefoon (10) op zijn houder (5) .
Sluit de telefoon op de verlengkabel aan .
7 - 2 - KENMERK - AUTOTELEFOON 2 W
Breng de telefoonhouder (5) in het midden van de steun (6) aan .
Markeer de bevestigingsgaten .
Boor de gaten voor (metalen steun binnenin de console) .
Bevestig de houder .
Breng de telefoon (10a) in zijn houder (5) aan .